Als u een vraag heeft die door onderstaande tekst niet beantwoord wordt, neem dan contact op met Carine (zie de contactpagina).

Borstelen: 

Waarom?

• Verwijderen van dood haar in de ruifase.

• Ontklitten en los houden van de vacht.

• Poetsen.  =Het verwijderen van vuil en het verdelen van talgvet over het haar. (Alleen nodig bij heel droog haar, of haar met droge haarpunten.) 

Welke borstel?

• Voor het verwijderen van dood haar in de ruifase en het ontklitten, gebruiken we de z.g. universeelborstel. Dit is een borstel met dunne gebogen ijzeren pinnetjes, die in een rubberbed staan, waardoor ze flexibel zijn.

• Voor het los houden van de vacht gebruiken we een rechte pinnenborstel zonder beschermnopjes op de uiteinden. Deze nopjes bemoeilijken namelijk niet alleen het doordringen van de pinnen in de vacht, maar trekken bovendien veel haar uit, doordat ze achter de haren blijven haken.

• Voor het poetsen gebruiken we een haren borstel. Het beste zijn de borstels van echt varkenshaar omdat nylon haar de vacht statisch maakt.

Hoe?

• Altijd met de haargroeirichting mee.

• Bij langharige vachten is het soms handig, de vacht op te tillen en van onder af aan beginnen te kammen.

• Voor een duidelijke uitleg over hoe u het beste kunt borstelen, bent u altijd van harte welkom in onze salon.

 

 Kammen: 

Waarom?

• Het controleren van de vacht (grof getande kam) op klitten. Het ontklitten zèlf gebeurt met de universeelborstel.

• Het uitkammen van dood haar (fijn getande kam) in de verharingsperiode.

Hoe?

• Altijd met de haargroeirichting mee.

• Voor een duidelijke uitleg over hoe u het beste kunt kammen, bent u altijd van harte welkom in onze salon.

Welke kam?

Hondenkammen zijn er in verschillende soorten en maten, afhankelijk van het doel waarvoor men ze wil gebruiken. Heel belangrijk is, dat de tanden altijd mooi glad zijn afgewerkt, om de haren niet te beschadigen of haren uit te trekken die niet in de ruifase verkeren en geen scherpe punten hebben die de huid kunnen beschadigen.

Er zijn kammen met grote en kleine tandwijdte, korte en lange tanden en dikke of dunne tanden.

Over het algemeen gebruikt men grove (wijdgetande) kammen tussen de ruiperioden door en voor de langere vachten, voor vachten met een ondervacht en voor warrelig, dik en zwaar haar. De fijnere kammen gebruikt men alleen tijdens de rui, voor de fijnere kortere vachten, met weinig of geen ondervacht.

Het gebruik van grovere kammen is over het algemeen veiliger voor de vacht.

De lengte van de tanden wordt bepaald door de dikte van de vacht. Hoe dikker de vacht, hoe langer de tanden om de huid te kunnen bereiken.

Dunne tanden dringen makkelijker in de vacht door. Kammen met dikke tanden, zijn eigenlijk alleen geschikt voor heel grove open vachten.

 

Nagels knippen:

Moeten de nagels van mijn hond worden geknipt?

Dat is alleen nodig, indien de stand van de teentjes dreigt te veranderen door te lange nagels, of de nagels dreigen in te groeien.

 

Oren uitplukken:

Waarom?

• Om te voorkomen dat de gehoorgang gaat ontsteken doordat er te weinig frisse lucht in het oor kan komen.

• Door het uittrekken van de haren verwijderd men tevens eventueel aanwezig vuil.

Behalve het uitplukken van het haar uit de gehoorgang en het eventueel reinigen van de oorschelp, doen we verder niets aan een gezond oor.

 

Voetjes knippen:

Waarom?

• Ter voorkoming van irritatie doordat vuil zich in geklitte haren vast kan zetten.

• Betere ‘grip’ door de hond op gladde oppervlakten.

• Nagels kunnen beter slijten.

Bij welke honden?

Kan bij alle honden met overvloedige haargroei aan de onderzijde van de voeten.

• Bij honden met zachte haren die kans hebben op klitvorming, mag het haar tussen de kussentjes worden weggeknipt.

• Bij honden met een stevigere vacht waarvan het haar onder de poten niet klit, wordt het haar met de onderkant van de kussentjes gelijk geknipt.

• Bij werkhonden laat men de haren bij voorkeur ter bescherming ongemoeid, mits de hond er geen hinder van ondervindt (bv. klitvorming, ijsvorming bij lopen over sneeuw).

 

Wassen:

Hoe?

Men begint met het maken van een sopje op lichaamstemperatuur, waarmee de hond kan worden ingemasseerd. De hond hoeft niet eerst te worden natgemaakt. Het is beter en eenvoudiger om meteen te beginnen met wassen.

Bij voorkeur behandelt men de kop als laatste, waarbij we erop letten dat er geen water in de gehoorgangen loopt, door de neus neerwaarts gericht te houden. Als de kop nog droog is, zal de hond namelijk minder snel de neiging krijgen om zich uit te gaan schudden en alles om zich heen vies te maken. Nadat u de kop heeft gewassen kunt u dan snel beginnen met uitspoelen, zodat de hond wanneer hij zich uitschudt alleen nog schoon water verspreidt. 

We spoelen zolang uit tot ál het sop is verwijderd, door tijdens het spoelen de vacht steeds uit te drukken. We houden daarbij goed de temperatuur van het water in de gaten. Te warm of te koud water is niet alleen onaangenaam voor de hond, maar te warm water werkt bovendien ontvettend.

Bij het afspoelen van de kop leggen we onze hand op de neusrug. We doen dat om de neus naar beneden te kunnen houden, zodat er geen water in de oren kan lopen. Door de hand op de neusrug te leggen, beschermen we de neus tegen het water zodat de hond daarbij gewoon door kan blijven ademen zonder water binnen te krijgen. Hij zal dan rustiger blijven staan.

Op de pagina 'verzorging' vindt u extra informatie over het wassen, onder andere uitleg over het belang van het gebruik van de juiste shampoo.